Hester van Hasselt

Sinds half november bezoek ik Baruch. Hij is 85 jaar oud en werd geboren in Roemenië, in een groot Joods gezin. Als kind zat hij in een werkkamp en was hij lange tijd gescheiden van zijn familie. Op zijn veertiende kwam hij alleen in Israël aan. Sinds 1970 woont hij in Nederland.

Baruch zingt

Vanmiddag was ik voor de vierde keer bij Baruch. Ik had het gevoel dat we voor het eerst echt samen waren. Misschien kwam het door het smerige weer waardoor het om kwart over vier al bijna donker was. Zowel de huishoudelijke hulp als de fysiotherapeut hadden vandaag afgezegd, en Baruch was even bang dat ik ook niet zou komen. Hij zei niet zo’n goede dag te hebben, door de kou is had hij last van zijn pacemaker.(ik had zelf ook niet zo’n vrolijke dag, ik vermeld dit omdat ik denk dat dat bijdroeg aan deze ontmoeting.)

Baruch heeft al eerder verteld dat hij allerlei kwalen heeft, maar dat hij daar niet over praat, zoals al die oudjes met wie hij een telefooncirkel heeft. ’s Ochtends om 9 uur bellen ze elkaar op, om te checken of iedereen nog in leven is, en kletsen ze wat, meestal hoort hij dan hun lichamelijke ongemakken aan. Hij laat zich niet vereenzamen, hij gaat er nog op uit. Of zoals hij dat met zijn Jiddisch-Duitse accent zegt: ‘Ik ben een vechter, ik laat mij niet verkwijlen’.

Ik besloot eens naar die kwalen te vragen, omdat ik wilde weten hoe hij zich werkelijk voelt. Toen hij antwoord gaf keek hij naar de grond, ik zag hem zwaar en somber worden. Toen keek hij met een glimlach op en zei: ‘Such is life. Je moet het leven nemen zoals het is. Ik mag blij zijn dat ik op mijn leeftijd nog zo mobiel ben, andere mensen hebben het veel erger’.

In een keer begreep ik waarom ik hem tot nu toe zo moeilijk te peilen vond, die glimlach, die ironie, die heeft hij mij de hele tijd laten zien.

Het gesprek kwam op een periode uit zijn leven waarin hij een eigen zaak had, een Joods restaurant in Bussum, dat hij uiteindelijk met fors verlies heeft moeten verkopen, Tegelijkertijd lag hij in scheiding. Hij kwam terecht in een klein huisje aan de rand van het dorp, waar hij depressief werd en een jaar lang niet naar buiten kwam. Zijn zoon uit Israel kwam op bezoek en stuurde hem terug naar Amsterdam . Vanaf dat moment is Baruch gaan zingen in een Joods bandje en trad hij jarenlang met een pianiste op.

We hebben een cd van hem en de pianiste opgezet (met moeite, Baruch had de cd-speler al lang niet meer gebruikt) en geluisterd. Het waren allemaal Jiddische liederen, die hij op die cd uit volle borst zong. Baruch begon met zichzelf mee te zingen (met zijn nu gebroken stem). Ik vroeg hem of hij zijn bril wilde afzetten. Baruch heeft een bril met donker glas waardoor ik zijn ogen niet kan zien. Het was zo mooi om hem te zien zitten, ik zat heel dichtbij, samen aan een kleine tafel, om hem te zien lachen en hem in flarden te horen meezingen. Hij vertaalde ter plekke de liederen die hij zong en ze waren allemaal aangrijpend omdat ze stuk voor stuk over zijn leven leken te gaan. Wat en hoe precies komt denk ik in mijn verhaal terecht.

We hebben de hele cd afgeluisterd en nog lang gesproken. Toen ik wegging kuste ik hem voor het eerst. Hij zei: ik kus nooit zo snel iemand, (ik ook niet), ik zei: Ik overviel je. Hij zei: Nee, ik wilde het.